262. Noord-Zuid (2x)
05-12-18
Wat te doen met Italië? Het land heeft zichzelf in de financiële nesten gewerkt, maar wil de consequenties daarvan niet onder ogen zien. Sterker, het wil nóg meer schulden maken.
In de tijd dat ik veel in Italië verbleef was ik altijd kritisch op de onwil van de noordelijke Italianen om hun landgenoten in het zuiden financieel bij te springen. Niet dat die onwil onbegrijpelijk was. Het noorden wil geen geld storten in wat zij beschouwen als een bodemloze put in een onverbeterlijk deel van het land, waar criminelen van al die steun goed uit eten gaan.
Als buitenstaander dacht ik daarbij: 'Maar het is wel een deel van jullie land. Ze horen er daar nu eenmaal bij'.
Dat 'erbij horen' is echter wel sinds kort. Wij buitenlanders zijn doorgaans geheel doordrongen van de glorietijd van het oude Rome en denken daardoor dat Italië al sinds mensenheugenis bestaat. In werkelijkheid is het Italië van vandaag in historisch perspectief gloednieuw en minder een eenheid dan wij geneigd zijn aan te nemen.
'De bijdrage van Bevagna aan de Eenheid van Italië'.
Nóg nieuwer en nóg minder een eenheid is de Europese Unie, waarin de noordelijke landen nu voor de keuze staan om Italië financieel tegemoet te komen, of niet. Daardoor voel ik nu opeens 'zelf' hoe het is. Moeten wij, de braven, de spaarzamen, de tiptop georganiseerden, Italië weg laten komen met hun onverbeterlijke, chaotische, onverantwoordelijke gedrag? Anders gezegd: moeten wij daarvoor betalen? In eerste instantie heb je daar geen twijfel over. Het antwoord is: 'Nee. Eigen schuld, dikke bult'.
Ik herinner me het moment nog goed dat Italië zich met dubieus kunst- en vliegwerk kwalificeerde voor deelname aan de euro, waarbij een Italiaanse historicus mij zei: 'Ah, nu gaat Europa onze schulden betalen'.
Ik vermoed dat dat inmiddels deels al gemaskeerd is gedaan, door de politiek van de Europese Centrale Bank. Maar nu Italië ongegeneerd openlijk uit de band wil springen lijken we gedwongen te worden tot een even openlijke keuze en op een tweesprong te staan. Ook als 'de rebel' alsnog inbindt, dan nog lijkt die keuze een kwestie van tijd.
Daarbij moeten we een paar dingen bedenken.
– In tegenstelling tot het algemene beeld is Italië al een tijd in budgettair opzicht wel degelijk het braafste jongetje van de Europese klas geweest. Al jaren heeft Italië een zogeheten 'primair budgetoverschot'. In feite is er dus een plus in de begroting, maar de molensteen van de te financieren staatsschuld drukt de cijfers alsnog in het rood.
– Italië nu streng aan de regels houden komt in dat land als over als meten met twee maten, omdat in het verleden landen die zich ook niet aan de regels hielden, zoals Frankrijk en Duitsland, daarmee wél weg konden komen. Wijzen op het feit dat Frankrijk en vooral Duitsland zich die overschrijdingen beter konden permitteren gaat er niet goed in.
– Het lijkt erop dat Italië de grens heeft bereikt waarop het nog effectief 'extra belastbaar' is. Zelf ken ik een voorbeeld van een informatica-specialist die zijn geld nog steeds vooral in Italië verdient, maar zich heeft gevestigd in het buitenland omdat hij door de lastendruk niet meer rond kon komen. Ander talent verlaat het land helemaal.
Voor diegenen die zich zo'n buitenlands verblijf niet kunnen permitteren wordt het steeds plausibeler om te zeggen: 'Ik móet wel zwart werken!' Of minstens (donker)grijs.
Cynici zullen daarbij denken: 'Dat deden ze toch al', maar een feit is dat velen het moeilijk hebben en dat het opvoeren van de lastendruk op een gegeven moment alleen gaat leiden tot meer ontevredenheid en minder opbrengst.
Hoe knoop je de eindjes aan elkaar?
- Een land heeft soms wel iets van een mens. Iemand die chronisch aan de verliezende hand is dreigt te worden tot een dubbeltje op zijn kant. Dat kan de kant opvallen van 'Het ligt aan mij' of richting 'Het is de schuld van anderen'. In het verlengde van de verleidelijkheid van die laatste gedachte, waarbij je in één klap verlost bent van een schuldgevoel én van de gedachte dat je er iets aan moet doen, daar doemen al gauw zondebokken op.
De populariteit van de huidige vice-premier Matteo Salvini doet vrezen dat bij velen het muntje de kant is opgevallen van 'Het komt door hullie', met in de Zondebokken Top 3: de EU/de euro, Angela Merkel en De Immigranten.
Strafmaatregelen door de EU zouden die tendens weleens kunnen versterken.
– Een straf door de EU heeft de vorm van een (kolossale) boete, waardoor het schuldenprobleem alleen maar wordt verergerd.
– Op zich is het in theorie juist dat de Italiaanse overheid meer zou moeten uitgeven. Zowel om de economie aan te jagen als om de infrastructuur op peil te houden/te krijgen. Het onderwijs...
Al eerder is op deze site betoogd dat wat van landen als Griekenland en Italië wordt gevraagd gelijk staat aan het bevel om op te trekken met aangetrokken handrem.
– De vraag blijft echter in hoeverre de Italiaanse economie eigenlijk wel 'aanjaagbaar' is, onder meer zolang het land maar geen meritocratie wil worden, zolang connecties het blijven winnen van competentie.
– In zekere zin is de Italiaanse positie ten opzichte van de EU even zwak als sterk. De Italiaanse economie is voor de EU eigenlijk zowel 'too big to fail' als 'too big to save' als het helemaal misgaat.
Al met al gaat de conclusie een kant op die stuit op grote tegenzin: eigenlijk moeten we Italië bijstaan, net zoals in hun eigen land het noorden het zuiden bijstaat. En die tegenzin wortelt in dezelfde argumenten als daar: 'wij' willen geen geld storten in een bodemloze put in een onverbeterlijk deel van de Unie. Bovendien willen we slecht gedrag niet belonen met cadeaus, betaald door ons. Sterker, schuld moet worden gevolgd door boete.
In feite klinkt er daarmee ook iets van de tegenstelling katholiek-protestant in door. Zo wordt in Italië zelfs Anno Nu weer gesproken over een nieuwe condono, een soort van aflaat die je kan betalen om van staatswege 'absolutie' te krijgen voor je illegaal gebouwde huis. Voor protestantse begrippen een duivels cadeau, in Italië een veel gebruikte methode om munt te slaan uit een toestand die de facto nu eenmaal is ontstaan. Het gevolg is dat mensen erop speculeren dat er ook in de toekomst weer een condono zal komen en opnieuw aan het bouwselen slaan. Gevolg: nóg meer rampen als gevolg van slechte constructies en het bouwen op onverantwoorde locaties. Daarbovenop dragen al die bouwsels bij aan wat in het Engels wel 'uglification' is genoemd, het verlelijken van misschien wel Italiës meest waardevolle bezit: de schoonheid van het landschap en de bebouwing die het van vroeger tijden heeft geërfd.
Zomaar een voorbeeld dat al meer dan voldoende is om een gevoel van hopeloosheid op te roepen. Daar komt nog eens bij dat de genoemde, al maar groeiende populariteit van de 'pitbull' Matteo Salvini het beeld doet kantelen van de Italianen als een sympathiek, mededogend volk.
Kortom, het wordt er niet aantrekkelijker op om Italië te hulp te komen. Toch zal dat moeten, al is het alleen maar dat we de nieuwe generaties ondanks alles hoop moeten gunnen. En simpelweg vanwege het feit dat ze aan boord zijn van ons Unie-schip.
Als we ervoor kiezen Italië niet te steunen dan komt de andere weg op de tweesprong in beeld: het opbreken van de Unie, bijvoorbeeld in twee blokken waarvan de deelnemende landen beter bij elkaar aansluiten. Dat zou het voordeel hebben landen te bevrijden die minder goed in het Unie/euro-keurslijf passen.
Aan de andere kant zou daarmee een einde komen aan de wens van de Italianen die er ook zijn: dat de Unie van nu op hun land een disciplinerende invloed heeft (al blijkt daar nu weinig van).
Bovendien zou het toegeven aan de splijtende tendens die overal lijkt op te duiken op termijn weer kunnen leiden tot datgene waarvan we dachten dat het er nooit meer zou komen.
Als buitenstaander dacht ik daarbij: 'Maar het is wel een deel van jullie land. Ze horen er daar nu eenmaal bij'.
Dat 'erbij horen' is echter wel sinds kort. Wij buitenlanders zijn doorgaans geheel doordrongen van de glorietijd van het oude Rome en denken daardoor dat Italië al sinds mensenheugenis bestaat. In werkelijkheid is het Italië van vandaag in historisch perspectief gloednieuw en minder een eenheid dan wij geneigd zijn aan te nemen.
'De bijdrage van Bevagna aan de Eenheid van Italië'.
Nóg nieuwer en nóg minder een eenheid is de Europese Unie, waarin de noordelijke landen nu voor de keuze staan om Italië financieel tegemoet te komen, of niet. Daardoor voel ik nu opeens 'zelf' hoe het is. Moeten wij, de braven, de spaarzamen, de tiptop georganiseerden, Italië weg laten komen met hun onverbeterlijke, chaotische, onverantwoordelijke gedrag? Anders gezegd: moeten wij daarvoor betalen? In eerste instantie heb je daar geen twijfel over. Het antwoord is: 'Nee. Eigen schuld, dikke bult'.
Ik herinner me het moment nog goed dat Italië zich met dubieus kunst- en vliegwerk kwalificeerde voor deelname aan de euro, waarbij een Italiaanse historicus mij zei: 'Ah, nu gaat Europa onze schulden betalen'.
Ik vermoed dat dat inmiddels deels al gemaskeerd is gedaan, door de politiek van de Europese Centrale Bank. Maar nu Italië ongegeneerd openlijk uit de band wil springen lijken we gedwongen te worden tot een even openlijke keuze en op een tweesprong te staan. Ook als 'de rebel' alsnog inbindt, dan nog lijkt die keuze een kwestie van tijd.
Daarbij moeten we een paar dingen bedenken.
– In tegenstelling tot het algemene beeld is Italië al een tijd in budgettair opzicht wel degelijk het braafste jongetje van de Europese klas geweest. Al jaren heeft Italië een zogeheten 'primair budgetoverschot'. In feite is er dus een plus in de begroting, maar de molensteen van de te financieren staatsschuld drukt de cijfers alsnog in het rood.
– Italië nu streng aan de regels houden komt in dat land als over als meten met twee maten, omdat in het verleden landen die zich ook niet aan de regels hielden, zoals Frankrijk en Duitsland, daarmee wél weg konden komen. Wijzen op het feit dat Frankrijk en vooral Duitsland zich die overschrijdingen beter konden permitteren gaat er niet goed in.
– Het lijkt erop dat Italië de grens heeft bereikt waarop het nog effectief 'extra belastbaar' is. Zelf ken ik een voorbeeld van een informatica-specialist die zijn geld nog steeds vooral in Italië verdient, maar zich heeft gevestigd in het buitenland omdat hij door de lastendruk niet meer rond kon komen. Ander talent verlaat het land helemaal.
Voor diegenen die zich zo'n buitenlands verblijf niet kunnen permitteren wordt het steeds plausibeler om te zeggen: 'Ik móet wel zwart werken!' Of minstens (donker)grijs.
Cynici zullen daarbij denken: 'Dat deden ze toch al', maar een feit is dat velen het moeilijk hebben en dat het opvoeren van de lastendruk op een gegeven moment alleen gaat leiden tot meer ontevredenheid en minder opbrengst.
Hoe knoop je de eindjes aan elkaar?
- Een land heeft soms wel iets van een mens. Iemand die chronisch aan de verliezende hand is dreigt te worden tot een dubbeltje op zijn kant. Dat kan de kant opvallen van 'Het ligt aan mij' of richting 'Het is de schuld van anderen'. In het verlengde van de verleidelijkheid van die laatste gedachte, waarbij je in één klap verlost bent van een schuldgevoel én van de gedachte dat je er iets aan moet doen, daar doemen al gauw zondebokken op.
De populariteit van de huidige vice-premier Matteo Salvini doet vrezen dat bij velen het muntje de kant is opgevallen van 'Het komt door hullie', met in de Zondebokken Top 3: de EU/de euro, Angela Merkel en De Immigranten.
Strafmaatregelen door de EU zouden die tendens weleens kunnen versterken.
– Een straf door de EU heeft de vorm van een (kolossale) boete, waardoor het schuldenprobleem alleen maar wordt verergerd.
– Op zich is het in theorie juist dat de Italiaanse overheid meer zou moeten uitgeven. Zowel om de economie aan te jagen als om de infrastructuur op peil te houden/te krijgen. Het onderwijs...
Al eerder is op deze site betoogd dat wat van landen als Griekenland en Italië wordt gevraagd gelijk staat aan het bevel om op te trekken met aangetrokken handrem.
– De vraag blijft echter in hoeverre de Italiaanse economie eigenlijk wel 'aanjaagbaar' is, onder meer zolang het land maar geen meritocratie wil worden, zolang connecties het blijven winnen van competentie.
– In zekere zin is de Italiaanse positie ten opzichte van de EU even zwak als sterk. De Italiaanse economie is voor de EU eigenlijk zowel 'too big to fail' als 'too big to save' als het helemaal misgaat.
Al met al gaat de conclusie een kant op die stuit op grote tegenzin: eigenlijk moeten we Italië bijstaan, net zoals in hun eigen land het noorden het zuiden bijstaat. En die tegenzin wortelt in dezelfde argumenten als daar: 'wij' willen geen geld storten in een bodemloze put in een onverbeterlijk deel van de Unie. Bovendien willen we slecht gedrag niet belonen met cadeaus, betaald door ons. Sterker, schuld moet worden gevolgd door boete.
In feite klinkt er daarmee ook iets van de tegenstelling katholiek-protestant in door. Zo wordt in Italië zelfs Anno Nu weer gesproken over een nieuwe condono, een soort van aflaat die je kan betalen om van staatswege 'absolutie' te krijgen voor je illegaal gebouwde huis. Voor protestantse begrippen een duivels cadeau, in Italië een veel gebruikte methode om munt te slaan uit een toestand die de facto nu eenmaal is ontstaan. Het gevolg is dat mensen erop speculeren dat er ook in de toekomst weer een condono zal komen en opnieuw aan het bouwselen slaan. Gevolg: nóg meer rampen als gevolg van slechte constructies en het bouwen op onverantwoorde locaties. Daarbovenop dragen al die bouwsels bij aan wat in het Engels wel 'uglification' is genoemd, het verlelijken van misschien wel Italiës meest waardevolle bezit: de schoonheid van het landschap en de bebouwing die het van vroeger tijden heeft geërfd.
Zomaar een voorbeeld dat al meer dan voldoende is om een gevoel van hopeloosheid op te roepen. Daar komt nog eens bij dat de genoemde, al maar groeiende populariteit van de 'pitbull' Matteo Salvini het beeld doet kantelen van de Italianen als een sympathiek, mededogend volk.
Kortom, het wordt er niet aantrekkelijker op om Italië te hulp te komen. Toch zal dat moeten, al is het alleen maar dat we de nieuwe generaties ondanks alles hoop moeten gunnen. En simpelweg vanwege het feit dat ze aan boord zijn van ons Unie-schip.
Als we ervoor kiezen Italië niet te steunen dan komt de andere weg op de tweesprong in beeld: het opbreken van de Unie, bijvoorbeeld in twee blokken waarvan de deelnemende landen beter bij elkaar aansluiten. Dat zou het voordeel hebben landen te bevrijden die minder goed in het Unie/euro-keurslijf passen.
Aan de andere kant zou daarmee een einde komen aan de wens van de Italianen die er ook zijn: dat de Unie van nu op hun land een disciplinerende invloed heeft (al blijkt daar nu weinig van).
Bovendien zou het toegeven aan de splijtende tendens die overal lijkt op te duiken op termijn weer kunnen leiden tot datgene waarvan we dachten dat het er nooit meer zou komen.
TERZIJDE
Zie ook: Blog 243. Italië Anno Nu
Wellicht zal Italië meer dan door de EU tot koerscorrecties gedwongen worden door de financiële markten.
Déjà vu: Italianen bij hun bezoek aan Amsterdam of Berlijn ontvangen met een broodje kaas; idolaat zijn over hoe je zelf in Italië bent onthaald en ze daarna berispen over hun financiën.
*
Nog verder terzijde
Terwijl ik dit schrijf zijn de I amsterdam-letters voor het Rijksmuseum weggehaald. Eindelijk.
(Eigenlijk stond er: Disneydam).
Drie buitenlandse vrouwen maakten nog net de laatste selfie: 'Wij zijn speciaal voor die letters gekomen. Dit gaat jullie toeristen kosten'.
Als dat eens waar mocht zijn...