49. Liften
01-10-14 Categorie: Maatschappij
Liften is uit de tijd. Zó totaal uit de tijd dat bijna iedereen bij 'liften' nu denkt aan een meervoud.
Aan op en neer. Terwijl wij vroeger juist heftig deden aan liften, het werkwoord. En niet vanwege slaphangende huid. Dat soort liften bestond toen nog niet eens. Wat hing, hing. Nee, het liften dat we deden deden we heen en weer.
Liften is passé
Net zo'n transformatie onderging de opgestoken duim. Daarbij gaat nu in veel hoofden een Facebooklichtje op. In de Oudheid betekende het dat je eigen lichtje mocht blijven branden, wanneer in de arena door dat teken je leven werd gespaard.
Bij 'ons' liften stak je gewoon je eigen duim op. Niet helemaal recht omhoog, maar lichtjes in de richting die je op wilde. Je stond erbij langs de weg en hoopte dat een automobilist voor je zou stoppen. Om je mee te nemen, ruimhartig.
Liften was mooi, al wachtte je soms een eeuw. Vooral wij, van het mannelijk geslacht. Toch kon het ook voor ons verrassend snel gaan. Het had zoiets als vissen. De juiste plek, de juiste tijd, het luisterde vaak nauw. Nog los van de listen. Klassiek: de jonge vrouw als lokaas, met haar vriend om de hoek.
Met nostalgie denk ik eraan terug. Het mooiste was de solidariteit die vaak met het liften samenhing. Delen wat je hebt. Met derden. Onbekenden. Bovendien kwamen liftgevers en lifters erdoor in contact met de meest uiteenlopende mensen. Zo leerden ze gaandeweg een dwarsdoorsnede kennen van de maatschappij. Het leven zoals het zou moeten zijn.
Maar 'het liften' ging teloor. Door ov-kaarten voor studenten en wat al niet. Jammer. Al bood ik nog taai weerstand. Maar inmiddels heb ook ikzelf de handdoek definitief in de ring gegooid, nadat bleek dat mijn oude liftbloed kroop waar het niet meer gaan kon: ik wachtte op een bus, die nog heel lang niet ging komen, en deed het gewoon weer. Ik stak mijn duim op.
Niet dat het niet werkte, integendeel. Er stopte een vrouw, en nam me mee. Maar gaandeweg bleek dat ze niet geloven kon dat het me om vervoer was te doen. Ze wilde me meenemen naar huis. Haar huis.
Ik begreep: het gaat niet meer. Liften is Anno Nu zoiets vreemds dat je er wel zoiets mee moet bedoelen, denkt de automobilist. Dus, streep eronder. Maar terugkijken, dat gaat nog goed.
Wat springt er het eerste uit, uit die volle doos herinneringen?
– Mijn vader die, op weg naar Parijs, een liftster meenam met op haar kartonnetje geschreven: 'Breda'. Al naar gelang haar vertrouwen groeide, bekende ze met stukjes en beetjes dat ze eigenlijk 'nog iets verder' moest. La Fin: ze moest in Parijs zijn. In dezelfde straat.
– Als jonge jongens door Europa. In Frankrijk opgepikt door de eerste violist van een beroemd Engels orkest. Met hem naar het magische oord La Sainte-Beaume. De maan was vol en daar werd de musicus 'onrustig' van. De volgende dag samen naar het strand. Pas jaren later viel het kwartje, bij 'Death in Venice'.
– Tijdens diezelfde reis meegenomen door een moeder en dochter, die ons Venetië lieten zien.
– De man die opdook bij de Utrechtse Brug. Autosleuteltjes in de hand, maar zonder auto. Was een kilometer terug komen lopen vanaf een benzinestation om ons mee te nemen naar Dijon.
Daar reden we in het pikkedonker een klein weggetje in, kropen door een gat in een heg en zetten onze tent op. De volgende morgen wreven we ons de ogen uit: we stonden midden op het gazon van een fraaie villa.
– De Vietnamese bootvluchteling die, gecatapulteerd van de jungle naar Eemnes, met mij zijn eerste ritje maakte op de snelweg. Snelheid: 40 km per uur.
– Catapult Deel 2: de Italiaan die, begonnen als ijsverkoper op de Amsterdamse Dam, ons als 'IJs-tycoon in BMW' ruim vierhonderd kilometer verderop bracht. Met 220 km per uur.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Sterker, misschien moeten we dat ook doen: een verzameling inrichten op deze site van de beste liftverhalen. Stuur ze maar op, dan geven we de mooiste een plaats.
Dat idee werd geboren toen we laatst vanaf een feest meereden met de kunstenaar Rudolf Holleman. Zijn liftverleden bleek nog grootser dan het mijne. Had ik ooit een ritje in een Rolls Royce van een Nederlandse zakenman? Rudolfs Rollsrit ging zowaar van Istanboel naar Aken, in de Rolls van een Arabische sjeik.
Kroop ik door die Franse heg tot op een gazon? Rudolf klom over een Spaans hek en belandde zo in een privé-safaripark. Vol wilde dieren...
Kortom, de rijkdom van de lifthistorie is zeker het opzetten van een collectie waard. Laat maar komen!
Hoe geef je een auto een lift?
P.S.
Er bestaat tegenwoordig wel een soort 'liften nieuwe stijl'.
Zie bijv. www.blablacar.nl/blog/over-ons
Ook per trein kan het reizen (heel) avontuurlijk zijn. Zie: 'La Geel'.
Liften is passé
Net zo'n transformatie onderging de opgestoken duim. Daarbij gaat nu in veel hoofden een Facebooklichtje op. In de Oudheid betekende het dat je eigen lichtje mocht blijven branden, wanneer in de arena door dat teken je leven werd gespaard.
Bij 'ons' liften stak je gewoon je eigen duim op. Niet helemaal recht omhoog, maar lichtjes in de richting die je op wilde. Je stond erbij langs de weg en hoopte dat een automobilist voor je zou stoppen. Om je mee te nemen, ruimhartig.
Liften was mooi, al wachtte je soms een eeuw. Vooral wij, van het mannelijk geslacht. Toch kon het ook voor ons verrassend snel gaan. Het had zoiets als vissen. De juiste plek, de juiste tijd, het luisterde vaak nauw. Nog los van de listen. Klassiek: de jonge vrouw als lokaas, met haar vriend om de hoek.
Met nostalgie denk ik eraan terug. Het mooiste was de solidariteit die vaak met het liften samenhing. Delen wat je hebt. Met derden. Onbekenden. Bovendien kwamen liftgevers en lifters erdoor in contact met de meest uiteenlopende mensen. Zo leerden ze gaandeweg een dwarsdoorsnede kennen van de maatschappij. Het leven zoals het zou moeten zijn.
Maar 'het liften' ging teloor. Door ov-kaarten voor studenten en wat al niet. Jammer. Al bood ik nog taai weerstand. Maar inmiddels heb ook ikzelf de handdoek definitief in de ring gegooid, nadat bleek dat mijn oude liftbloed kroop waar het niet meer gaan kon: ik wachtte op een bus, die nog heel lang niet ging komen, en deed het gewoon weer. Ik stak mijn duim op.
Niet dat het niet werkte, integendeel. Er stopte een vrouw, en nam me mee. Maar gaandeweg bleek dat ze niet geloven kon dat het me om vervoer was te doen. Ze wilde me meenemen naar huis. Haar huis.
Ik begreep: het gaat niet meer. Liften is Anno Nu zoiets vreemds dat je er wel zoiets mee moet bedoelen, denkt de automobilist. Dus, streep eronder. Maar terugkijken, dat gaat nog goed.
Wat springt er het eerste uit, uit die volle doos herinneringen?
– Mijn vader die, op weg naar Parijs, een liftster meenam met op haar kartonnetje geschreven: 'Breda'. Al naar gelang haar vertrouwen groeide, bekende ze met stukjes en beetjes dat ze eigenlijk 'nog iets verder' moest. La Fin: ze moest in Parijs zijn. In dezelfde straat.
– Als jonge jongens door Europa. In Frankrijk opgepikt door de eerste violist van een beroemd Engels orkest. Met hem naar het magische oord La Sainte-Beaume. De maan was vol en daar werd de musicus 'onrustig' van. De volgende dag samen naar het strand. Pas jaren later viel het kwartje, bij 'Death in Venice'.
– Tijdens diezelfde reis meegenomen door een moeder en dochter, die ons Venetië lieten zien.
– De man die opdook bij de Utrechtse Brug. Autosleuteltjes in de hand, maar zonder auto. Was een kilometer terug komen lopen vanaf een benzinestation om ons mee te nemen naar Dijon.
Daar reden we in het pikkedonker een klein weggetje in, kropen door een gat in een heg en zetten onze tent op. De volgende morgen wreven we ons de ogen uit: we stonden midden op het gazon van een fraaie villa.
– De Vietnamese bootvluchteling die, gecatapulteerd van de jungle naar Eemnes, met mij zijn eerste ritje maakte op de snelweg. Snelheid: 40 km per uur.
– Catapult Deel 2: de Italiaan die, begonnen als ijsverkoper op de Amsterdamse Dam, ons als 'IJs-tycoon in BMW' ruim vierhonderd kilometer verderop bracht. Met 220 km per uur.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Sterker, misschien moeten we dat ook doen: een verzameling inrichten op deze site van de beste liftverhalen. Stuur ze maar op, dan geven we de mooiste een plaats.
Dat idee werd geboren toen we laatst vanaf een feest meereden met de kunstenaar Rudolf Holleman. Zijn liftverleden bleek nog grootser dan het mijne. Had ik ooit een ritje in een Rolls Royce van een Nederlandse zakenman? Rudolfs Rollsrit ging zowaar van Istanboel naar Aken, in de Rolls van een Arabische sjeik.
Kroop ik door die Franse heg tot op een gazon? Rudolf klom over een Spaans hek en belandde zo in een privé-safaripark. Vol wilde dieren...
Kortom, de rijkdom van de lifthistorie is zeker het opzetten van een collectie waard. Laat maar komen!
Hoe geef je een auto een lift?
P.S.
Er bestaat tegenwoordig wel een soort 'liften nieuwe stijl'.
Zie bijv. www.blablacar.nl/blog/over-ons
Ook per trein kan het reizen (heel) avontuurlijk zijn. Zie: 'La Geel'.