10. Viva Bas !
Ja, ik weet het. Zo'n vraag kan je niet meer stellen. Want je hoort de wedervraag al: 'Heb jij dan geen Google?'
In elk geval ben ik zelf een fan. Vanaf de eerste minuut. Ik zag zijn contouren op de buis verschijnen – ja, ik weet het: tv's hebben geen buizen meer – maar ik zag 'm, ik hoorde 'm en was verkocht. Basfan, direct.
Maar waar kwam-ie vandaan? Voor mijn gevoel kwam-ie vanuit de hemel opeens tussen ons, als een goedgeronde engel, maar waarschijnlijker was dat ik weer even niet had opgelet. Bas moet al langer hebben bestaan. Paddestoelen kunnen groeien in één dag, maar Bas... En toch heb je het gevoel dat hij er altijd al is geweest. Zó.
Iemand in Zweden zei laatst: 'Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik haat dikke mensen'. Maar ja, daar moeten ze het stellen zonder Bas. Want feestelijker heeft dik er nooit uitgezien. Sterker, je zou alle dieetboeken en afvalsappen net even buiten zijn bereik willen zetten. En als je hem aan het eind van zijn programma uit het decor ziet stappen, wens je 'm al voorgenietend het lekkerste taartje en de beste bitterbal.
Maar dat is niet alles. Behalve dik is er dictie. Bas is steengoed. Na jarenlange verbijstering dat ze in Nederland het NOS-journaal lieten lezen door iemand die geen nieuws kan lezen, ben je omgekeerd verbluft door Bas. Stem, intonatie, timing. Beter kan het niet.
Voor de goede orde:
zelfs al ziet-ie eruit alsof-ie zo is bedoeld, ook als-ie af wil vallen wens ik hem het beste.