341. Zomertumult
15-07-20
Voor als er ooit kinderen van komen:
Coronazomer 2020. Amsterdam, Vondelpark.
We fietsen het park in. Vlak voor ons, tumult.
Twee fietsen met kinderzitjes liggen op de grond. Net als mama. Van kinderen geen spoor. Ik zet mijn fiets neer en ontmoet papa. Wat is er gebeurd?
'Een idioot heeft mijn vrouw zomaar opeens van haar fiets geduwd!'
En bij fietserduwers helemaal.
Vondelpark (detail)
Oei. Eerder is door zoiets een vrouw al eens zwaargewond geraakt, bij het Leidseplein. Ik begeef me naar mama. Ze zit ontredderd op de grond. Haar man gaat ondertussen achter de dader aan, iets dat het slachtoffer niet bevalt. Dat is goed nieuws: ze is nog in staat zich zorgen te maken over wat haar man zou kunnen overkomen na wat haar zelf is gebeurd.
In een ooghoek zie ik een andere man, in het zwart, die verderop de dader in zijn nekvel grijpt. Ondertussen controleren we alle ledematen. Ze doen het nog. Gelukkig, maar één arm is zwaar geschaafd. In mijn fietstas heb ik desinfectiemiddel, 'voor het geval dat'. Zoals dit. Ik spuit met gulle hand en ga daarna op mijn beurt kijken waar de dader is. Hij blijkt na pittige tegenstand tegen de grond te zijn gewerkt door de man in het zwart. Die zit bovenop 'de idioot', terwijl papa heeft plaatsgenomen bovenop diens onderbenen. Zo is het aanzicht van dit drietal echter nog niet compleet. Ze bevinden zich half onder een hotdogwagentje, waarin achter het loket het gezicht van een ongelukkig uitziende verkoper prijkt. Kortom, weer eens een perfecte 'nietfoto'.
De dader schreeuwt intussen moord en brand in een vreemde (Baltische?) taal, afgewisseld met 'What the fuck?!' en geraaskal over 'weed' en amfetamine. Dat alles op minder dan een halve meter van het gezicht van degene die hem in bedwang houdt. Waren we juist zo blij dat er door corona geen toeristen meer waren...
Amsterdam (detail)
Het wachten is op een naderende sirene. Ah, daar komt een politiewagen aan, maar zonder zwaailicht. We wenken en hij stopt, met tegenzin. Uit de auto komt een slungelige agent op leeftijd voor wie dit alles veel te heftig lijkt. Hij is alleen en op weg naar iets rustigs. Maar handboeien heeft hij wel.
'Als je die nu aan mij geeft', suggereert de man in het zwart, 'ik ben een ex-collega'. De oude agent gelooft het maar al te graag en reikt zijn boeien aan. Met overtuigende behendigheid slaat de man in het zwart de dader in één boei. Voor de andere arm komt hulp van een derde man.
En dan nadert daar het zwaailicht.
De oude agent realiseert zich dat hij nu zijn handboeien kwijt is en krijgt die van een van de verse agenten in ruil. Zelf begeef ik me weer naar mama, die nu op het bankje zit van de hotdogkar. Ze is inmiddels overgegaan in de trilfase. Ik geef haar een één-meter-aai en zeg 'Hou je taai!'
Eenmaal weer bij onze eigen fietsen zie we hem aankomen, De Man in het Zwart.
'Ben je echt een ex-collega?', vraag ik hem. Hij bevestigt het en kijkt ondertussen op zijn telefoon.
'Eigenlijk had ik een date', onthult hij. We kijken hem beter aan. Hij ziet er prima uit. Groot en sterk, met een knap en sympathiek gezicht. Een droomdate, zou je denken.
Hij had op haar staan wachten toen hij het zag gebeuren en heeft direct een sprint getrokken.
'Zo iemand mag daar niet mee wegkomen', verklaart hij en kijkt daarna wat beteuterd op zijn scherm. Hij probeert zijn date te bereiken, maar ze antwoordt niet meer.
Ze zal toch niet ondertussen zijn gekomen en weer zijn weggegaan?! We zien hem teruglopen naar de plek waar hij had afgesproken. In de verte nadert een jonge vrouw op de fiets. Ze stopt en hij geeft haar een zoen.
Zelf zijn we te oud voor daten Anno Nu. Is een zoen bij zo'n eerste ontmoeting normaal? Of kende hij haar al?
Hoe dan ook, we gaan hem belonen voor wat hij heeft gedaan. We rijden naar ze toe. De vrouw kijkt verrast naar ons, terwijl de man aan onze twijfel een einde maakt: 'Ik ken haar pas één seconde'.
Ook de jonge vrouw ziet er goed uit. Ik wijs op haar date en zeg: 'Hij is geweldig. Hij heeft net een boef gevangen. Een held is-ie!' en steek met overtuiging mijn duim omhoog.
Ze kijkt hem aan en strijkt licht over zijn arm.
We fietsen het park in. Vlak voor ons, tumult.
Twee fietsen met kinderzitjes liggen op de grond. Net als mama. Van kinderen geen spoor. Ik zet mijn fiets neer en ontmoet papa. Wat is er gebeurd?
'Een idioot heeft mijn vrouw zomaar opeens van haar fiets geduwd!'
En bij fietserduwers helemaal.
Vondelpark (detail)
Oei. Eerder is door zoiets een vrouw al eens zwaargewond geraakt, bij het Leidseplein. Ik begeef me naar mama. Ze zit ontredderd op de grond. Haar man gaat ondertussen achter de dader aan, iets dat het slachtoffer niet bevalt. Dat is goed nieuws: ze is nog in staat zich zorgen te maken over wat haar man zou kunnen overkomen na wat haar zelf is gebeurd.
In een ooghoek zie ik een andere man, in het zwart, die verderop de dader in zijn nekvel grijpt. Ondertussen controleren we alle ledematen. Ze doen het nog. Gelukkig, maar één arm is zwaar geschaafd. In mijn fietstas heb ik desinfectiemiddel, 'voor het geval dat'. Zoals dit. Ik spuit met gulle hand en ga daarna op mijn beurt kijken waar de dader is. Hij blijkt na pittige tegenstand tegen de grond te zijn gewerkt door de man in het zwart. Die zit bovenop 'de idioot', terwijl papa heeft plaatsgenomen bovenop diens onderbenen. Zo is het aanzicht van dit drietal echter nog niet compleet. Ze bevinden zich half onder een hotdogwagentje, waarin achter het loket het gezicht van een ongelukkig uitziende verkoper prijkt. Kortom, weer eens een perfecte 'nietfoto'.
De dader schreeuwt intussen moord en brand in een vreemde (Baltische?) taal, afgewisseld met 'What the fuck?!' en geraaskal over 'weed' en amfetamine. Dat alles op minder dan een halve meter van het gezicht van degene die hem in bedwang houdt. Waren we juist zo blij dat er door corona geen toeristen meer waren...
Amsterdam (detail)
Het wachten is op een naderende sirene. Ah, daar komt een politiewagen aan, maar zonder zwaailicht. We wenken en hij stopt, met tegenzin. Uit de auto komt een slungelige agent op leeftijd voor wie dit alles veel te heftig lijkt. Hij is alleen en op weg naar iets rustigs. Maar handboeien heeft hij wel.
'Als je die nu aan mij geeft', suggereert de man in het zwart, 'ik ben een ex-collega'. De oude agent gelooft het maar al te graag en reikt zijn boeien aan. Met overtuigende behendigheid slaat de man in het zwart de dader in één boei. Voor de andere arm komt hulp van een derde man.
En dan nadert daar het zwaailicht.
De oude agent realiseert zich dat hij nu zijn handboeien kwijt is en krijgt die van een van de verse agenten in ruil. Zelf begeef ik me weer naar mama, die nu op het bankje zit van de hotdogkar. Ze is inmiddels overgegaan in de trilfase. Ik geef haar een één-meter-aai en zeg 'Hou je taai!'
Eenmaal weer bij onze eigen fietsen zie we hem aankomen, De Man in het Zwart.
'Ben je echt een ex-collega?', vraag ik hem. Hij bevestigt het en kijkt ondertussen op zijn telefoon.
'Eigenlijk had ik een date', onthult hij. We kijken hem beter aan. Hij ziet er prima uit. Groot en sterk, met een knap en sympathiek gezicht. Een droomdate, zou je denken.
Hij had op haar staan wachten toen hij het zag gebeuren en heeft direct een sprint getrokken.
'Zo iemand mag daar niet mee wegkomen', verklaart hij en kijkt daarna wat beteuterd op zijn scherm. Hij probeert zijn date te bereiken, maar ze antwoordt niet meer.
Ze zal toch niet ondertussen zijn gekomen en weer zijn weggegaan?! We zien hem teruglopen naar de plek waar hij had afgesproken. In de verte nadert een jonge vrouw op de fiets. Ze stopt en hij geeft haar een zoen.
Zelf zijn we te oud voor daten Anno Nu. Is een zoen bij zo'n eerste ontmoeting normaal? Of kende hij haar al?
Hoe dan ook, we gaan hem belonen voor wat hij heeft gedaan. We rijden naar ze toe. De vrouw kijkt verrast naar ons, terwijl de man aan onze twijfel een einde maakt: 'Ik ken haar pas één seconde'.
Ook de jonge vrouw ziet er goed uit. Ik wijs op haar date en zeg: 'Hij is geweldig. Hij heeft net een boef gevangen. Een held is-ie!' en steek met overtuiging mijn duim omhoog.
Ze kijkt hem aan en strijkt licht over zijn arm.
Nooit is een date beter begonnen.
TERZIJDE
'Van de fiets duwen' klinkt vrij onschuldig, maar de vrouw bij het Leidseplein raakte erdoor bewusteloos, met bloed in de hersenen en een dubbele bekkenbreuk.
Het fenomeen 'Nietfoto'.
Het bleek te kunnen: liggend staande worden gehouden.