DE VARENKUST
Met de trein naar de Spaanse noordflank
I
Ruim veertig jaar geleden reed ik al eens Spanje rond. In de auto. In de voetsporen van de schilder Jozef Israels, die ons daarin een eeuwtje voor was. Deels in de diligence. Hij tekende zijn ervaringen op in een boek met de heldere titel 'Spanje'.
In die tocht ontbrak een stukje: het noordwesten.
San Sebastian (detail)
Ook alweer lang geleden verging ik bijna met een zeilboot, voor de kust van Portugal.
De kapitein van toen verging bij zijn volgende reis daadwerkelijk. Op de rotsen van La Coruña, in Noordwest-Spanje.
Hij nam de eigenaar van het schip, wiens been was gebroken, in zijn armen en klauterde zo in de stormnacht de rotsen op, waarbij hij ook zelf van alles brak.
Sindsdien heb ik de rotsen daar altijd al eens willen zien.
Kortom, twee redenen om eens in die richting koers te zetten.
Deze herfst was het zover.
In de tussentijd is het gewoon geworden om voor zoiets 'gewoon' het vliegtuig te nemen. Maar sinds enige tijd heb ik Vliegangst 2.0, inmiddels wijder bekend onder de naam 'vliegschroom'.
Er wordt teveel gevlogen. Dat moet minder, zo schrijf ik op de dag nadat een record is gevestigd in de commerciële luchtvaart: non-stop van New York naar Sydney. In negentien uur en een kwartier, waarbij een groot deel van de 101.000 kg brandstof nodig is om het gewicht ervan te dragen. Alleen omdat de mensen geen zin hebben in overstappen. Complete waanzin.
Vliegen kost teveel energie
Dus gaan wij nu even 'het verschil maken'. We gaan de wereld eigenhandig instant redden door nu juist niet dat vluchtje te pakken, maar door alles met het openbaar vervoer te doen. Vooral met de trein. Eens kijken hoeveel voeten dat in de aarde heeft.
Antwoord: heel wat. En hoeveel duurder het is. Ook heel wat.
We begeven ons naar de onvolprezen Treinreiswinkel in Amsterdam. Daar voorzien ze ons van twee Interrailpassen à €302 het stuk. Met die biljetten, vroeger uitsluitend bestemd voor nog pukkelige jeugd, kunnen nu ook door het leven getekende oudjes Europa rond. De passen zijn er in verschillende versies. Met de onze mag je binnen een maand zeven reisdagen kiezen.
Goed, eens even kijken wat het goedkoopste vliegretour Schiphol-La Coruña nu zou kosten als ik morgen voor een weekje wil vertrekken. Antwoord: €488. En als ik een weekje later ga? €284. Nog een weekje later? €243. Alle keren met één overstap. Retour Bilbao op die latere datum €143. Voor morgen €335. 'Last minute' is tegenwoordig juist 'Least cheap'.
Maar hoe zat het met de trein, toen we meteen de dag erop al wilden gaan? Konden we toen wel weg? Nee. Althans niet met wat inmiddels standaard is: de hogesnelheidstrein Thalys Amsterdam-Parijs. Die zit dagen van tevoren volledig vol, wisten ze bij De Winkel.
Maar daar zijn ze niet voor één gat te vangen. Ze konden ons wel in één dag in Bordeaux krijgen: eerst met de Intercity Direct, onze 'Nationale Sukkelsnelheidstrein in Afwachting Van De Echte'. Naar Antwerpen. Vanaf daar in een gewone Intercity naar Lille en dan in een TGV naar Bordeaux. Detail: voor iedere reservering in een hogesnelheidstrein moet los van Interrail een aparte toeslag worden betaald van tien à twintig euro.
Zo gezegd, zo gedaan. We bestijgen de Intercity Direct in gezelschap van een flinke dosis Aziaten. De meesten ervan blijken op weg naar het vliegveld van Brussel.
Vanaf Antwerpen kachelen we in gezelschap van vrijwel uitsluitend Vlamingen naar Lille. Daar wacht ons zowel in als buiten het station een verrassing. Een schijnbare overdaad aan politiepatrouilles. De groepen, van verschillende eenheden, botsen bijna tegen elkaar op en lijken elkaar wel af te willen troeven in het specialisme Intimiderend Kijken.
In Café Le Napoleon aan de overkant doen ze aan het intimiderend prijzen van de koffie. Zeven euro zestig voor twee koppen. Wel met melk, maar zonder glimlach. Vriendelijkheid kan je niet kopen, ook niet voor zeven zestig. Het enige sympathieke in het café lijkt te komen van een groepje Spanjaarden, aan het tafeltje naast ons.
Bij de TGV worden we attent gemaakt op een bijzonderheid: in Frankrijk sluiten de deuren twee minuten voor vertrek. Zodat je, terwijl je dacht nog net op tijd te zijn, je trein nog goed kan zien vertrekken.
Het handige van onze verbinding vanaf Lille is dat de trein Parijs rechts laat liggen. Daarbij stopt hij eerst nog op de luchthaven Charles de Gaulle. Vanaf daar nemen twee Franse zakenmensen naast ons plaats. Eén ervan tornt zijn broekzak open aan de stoelleuning. Hij vloekt, tiert, slaat op de leuning en begint een tirade tegen de SNCF, de Franse Spoorwegen.
Ik voel de neiging opkomen mijn roestige Frans in beweging te brengen met de observatie:
'Ce n'était pas la SNCF, monsieur. Vous l'avez fait vous-même'.
Maar ik vrees dat dat zijn stemming niet ten goede komt en doe er het zwijgen toe.
Voor de rest is de sfeer uiterst beschaafd. De conductrice is een echte dame en alle aankondigingen hebben de klank van klasse.
Ondertussen rijdt de TGV als een streep naar Bordeaux. Aldaar toont de getornde zakenman alsnog zijn goede kant. Hij loopt speciaal naar achteren in de wagon om een Afrikaanse vrouw te wekken die een retour riskeert. Als om anderen voor te zijn omschrijft hij zichzelf als 'Prince Charmant'.
Die titel kan zeker niet gelden voor de taxichauffeur die ons naar het hotel rijdt. Bordeaux was namelijk volgeboekt. Vandaar dat we een onderkomen hebben moeten nemen iets buiten het centrum. Dat 'iets' blijkt vijftig taxi-euro's ver. Maar het feit dat al die euro's van onze portemonnee naar de zijne verhuizen, doet niets om het stinkhumeur van de chauffeur althans een beetje te parfumeren.
Of 'Franse taxistoel'?
In het hotel ontmoeten we een rondborstige gast die het slechte begin goed gaat maken. Ook hij moet op het late uur nog eten en hij biedt ons een lift aan naar het restaurant. Wij, op onze beurt, noden hem bij ons aan tafel.
Een glaasje bordeaux mee drinken zit er echter voor hem niet in. Het belangrijkste van zijn werkdag moet namelijk nog komen: een nachtelijk video-overleg. Hij is een expert in robotica. Hij gaat samen met een Zwitser en een Amerikaan een Chinese whizzkid in Californië een probleem uitleggen, in de hoop dat de Chinees het gaat oplossen. Dat gaat nog wat worden. Het Engels van onze Franse tafelgenoot is weliswaar redelijk, maar niet goed. We vermoeden dat een 'Babel by night' aanstaande is.
Het probleem betreft automatisering van de analyse van (vloei)stoffen. Eén van de klanten van onze Fransman is de Nederlandse Keuringsdienst van Waren.
We bespreken de gevolgen van de spectaculaire ontwikkeling van DNA-analyse, zoals wat je allemaal van tevoren kunt weten, het 'recht om niet te weten' en wat verzekeringsmaatschappijen mogen weten.
Dit allemaal als inleiding op de vraag die van de Fransman een bijna 'genetisch antwoord' krijgt: hoe is het gesteld met Frankrijk Anno Nu?
Onze tafelgenoot komt daarop met een stelling, als was het een natuurwet:
'De Fransman wordt ontevreden geboren'.
En blijft dat. Niets aan te doen. Anno Nu = altijd.
Dat inzicht heeft hij verworven sinds hij in het buitenland komt, ook in landen waar er veel meer te wensen overblijft dan thuis.
'En, wij? We hebben het mooiste land, we hebben het beste eten – hij wijst op tafel - en toch zijn we ontevreden. Al-tijd'.
Hm. Ik kijk van hem naar mijn bord, waar vers bewijs lijkt te liggen dat de culinaire roem van La Douce France iets van vroeger is. Het smaakt als een samenraapsel van in een horecagroothandel gekochte ingrediënten die in de keuken zijn opgewarmd. Een mandje met frietjes, dat op het bord in de saus staat, als suggestie dat er ook aan stijl is ingeboet.
En de ober maakt er bij het wijn inschenken een potje van. Maar, soit, misschien is het zijn eerste dag.
Tussen Fransen en Nederlanders bestaan er culturele verschillen die tot fricties kunnen leiden, zoals bijvoorbeeld duidelijk wordt bij avonturen als de recente koop van twee Rembrandts en de samentegenwerking binnen Air France-KLM.
Onze nieuwe vriend komt daarnaast met een fascinerend detail wat verschillende culturen betreft:
'Er zijn landen waar, als je een aangeboden visitekaartje niet met twee handen aanneemt, je het verder wel kan vergeten'.
Opmerkelijk Deel 2: ondanks zijn kritiek op de Franse ontevredenheid kan onze robotman zich wel degelijk verplaatsen in sommige grieven van de Gilets Jaunes, de Gele Hesjes.
Probleem van De Hesjes: iedereen heeft een hesje en iedereen heeft wel een grief. Het resultaat is een warrige 'soupe'.
Soupe chaotique
De volgende ochtend zijn we pas amper aan het prijzige ontbijt begonnen wanneer de dochter des huizes ons een onweigerbaar aanbod doet. We kunnen alleen nog onze trein halen als we met haar en haar vriend meerijden naar het centrum. En wel meteen.
Dus daar gaan we, halsoverkop. De reden: de files richting stad. Dat de hotels in Bordeaux vol zijn heeft geen speciale reden, zoals een grote beurs. Ze zijn altijd vol.
Ook Bordeaux lijdt aan het internationale verschijnsel dat speculatie en fenomenen als Airbnb de prijzen opdrijven, zodat de lokale bewoners worden verdreven uit het centrum.
Voor het laatste heeft Bordeaux trouwens een oplossing gevonden, vertelt de jonge vrouw. Airbnb zou er nu simpelweg verboden zijn. (Maar op de Airbnb-site lijkt het 'feest' vrolijk verder te gaan). In elk geval was ze geschokt over de massa's die ze aantrof bij een recent bezoek aan Amsterdam.
Ander nieuw verschijnsel: door de TGV is Parijs 'te dichtbij' gekomen en zijn er naar de smaak van de bordelais teveel parisiens in hun stad.
Ik confronteer de twee jonge Fransen met de stelling van de avond ervoor, over de ontevredenheid van de Fransen. Ze beginnen te loeien. Van instemming. 'Zo is het helemaal'.
'Wat ik alleen niet begrijp', zegt de vrouw, 'is dat ze soms ook al een staking plannen voor het volgend jaar. Alsof ze nu al weten dat ze dan ontevreden zullen zijn'.
Dat lijkt mij echter consistent. Als hun landgenoten per definitie altijd ontevreden zijn, dan zijn ze dat het volgend jaar dus ook.
Toch hebben ook deze twee een zekere sympathie voor de Gele Hesjes, minus het vandalisme. De vrouw vertelt dat je van dat laatste trouwens verbluffend weinig merkt omdat alles in recordtijd wordt opgeruimd. Je zag dan wel dat er in de winkels etalageruiten misten, maar verder zag je niets. Tot ze een keer 'live' in een actie verzeild raakte...
Ik vraag de twee naar hun rapportcijfer voor Monsieur le Président, Macron. Zij weet het niet, hij geeft een 7.
Nóg een (dikke) zeven: even later zitten we met nog wat tijd over opnieuw in een café tegenover een Frans station. Prijs voor twee koffie alweer: €7,60. De kwaliteit ervan is overigens vergeleken met de treurbakkies van vroeger wel vooruitgegaan.
De TGV suist ook het laatste Franse stuk voorbeeldig. Naast me zit een man met een fascinerend boek. Titel: 'Ne pas lire ce livre si vous êtes stupide'. Opvallend: hij leest er niet in.
Spanje wenkt...
*
Wordt vervolgd.
*
© Joost Overhoff