Terug


Boekbespreking

MIES
Een vrouw die klaarstond voor de vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog.

Mies, de titel is kort maar krachtig. Volgens de ondertitel is het 'Een uit de hand gelopen reportage'. Zoiets kan gebeuren, zeker als je als journaliste de beschikking hebt over een brievenberg vol met familiegeschiedenis. Dat overkwam Ada van Benthem Jutting, oud-journaliste van Het Parool.

Ada ken ik al lang. In 1981 kreeg ik namelijk last van een aandoening die tot op heden niet is overgegaan: ik begon met het schrijven van stukjes, stukken, artikelen. In eerste instantie vanuit China, waar ik studeerde. Mijn impressies aldaar vertrouwde ik via een mee getorste typemachine toe aan flinterdun papier, dat ik vervolgens wegzond richting Het Parool in de persoon van redacteur Bert van Ree.
Bert, een vriendelijke reus, is ons intussen helaas ontvallen, maar zijn vrouw Ada leeft voort. En hoe! Met een grote krachtsinspanning produceerde zij haar eigen boek. Over haar tante, over Mies.

Mies.M


In feite ben ik als lezer dus zowel een buitenstaander als een betrokkene. Van Ada's familie ken ik niemand, maar ik ben een fan van haar man. Nog steeds, al is-ie er niet meer. Daarom treft de tekst helemaal voorin mij als het meest ontroerende:

In herinnering aan Bert, mijn grote liefde,
met wie het stimulerend samenzijn vijftig jaar lang een feest was.

Zoiets – zucht – valt nauwelijks nog te overtreffen. En veel van wat volgt is vooral interessant voor de familieleden van de hoofdpersoon en voor mensen uit Middelburg en omstreken, daar waar het meeste beschrevene zich afspeelt.
De waarde voor derden, zeker in deze tijd, is gelegen in de vanzelfsprekendheid waarmee Mies de handen uit de mouwen steekt bij het helpen van vluchtelingen die de verschrikkingen van WOI ontvluchtten. Het lijkt wel een oorlog die in Middelburg alleen in audio-versie wordt beleefd: ze horen 'm wel, maar ze zien 'm niet. Zo dichtbij woedt de waanzin dat in Middelburg wel de bombardementen weerklinken, maar de ellende ervan alleen indirect zichtbaar is door de aanblik van de vluchtelingen die er het gevolg van zijn.


14-18.L
Impressie door Leo Gestel

Mies drijft een gerenommeerde boekhandel in Middelburg, samen met haar broer Jaap. Beiden prijken op het fraaie omslag van het boek. Een pracht van een foto is het. Jaap bestudeert iets op papier en Mies kijkt iemand aan. Beiden even aandachtig. En meteen wil je geloven dat Mies iemand is die je om een boodschap sturen kan en die ook zeker derden om een boodschap stuurt. Een en al hulpvaardige burgerzin..
Naarmate de toevloed aan vluchtelingen doorgaat beginnen Mies en Middelburg wel te kraken, maar ze houden het. Deels door mensen door te sturen naar het Nederbinnenland, maar toch.

NS.1.M
NS.2.M
Het kerkhof van Nunspeet


Mies schrijft:
“We zijn kilo's afgevallen. Als men een dikkert op straat ziet is het persé een Belg. Een magere is persé een Middelburger, want we hebben geen tijd om te eten, te slapen”.


Het is uit een brief, geschreven op een dag dat Mies en de haren '13.000 boterhammen moesten klaar hebben'.
Dan gaat het met de gasten al duidelijk beter dan daarvoor:

“(…) de misère is vreeselijk. 't Ergste is, menschen die elkaar zijn zoekgeraakt. 't Is hartverscheurend. We moeten helpen allemaal, en iedereen doet het, arm en rijk helpt”.


De gedachten dwalen bij het lezen van dit soort passages als vanzelf naar het heden, waarbij in Nederland en Duitsland asielzoekerscentra worden bestormd, Oostenrijk een anti-migrantenmuur bouwt bij de Brennerpas en een Zwitsers dorp een boete betaalt om het opnemen van tien (10!) vluchtelingen te kunnen voorkomen.
Het Zwitserse dorp telt ruim tweeduizend inwoners. In 'Mies' wordt vermeld dat in het eerste oorlogsjaar Middelburg 10.000 vluchtelingen opving, binnen een stadsbevolking van 19.000 Zeeuwse zielen.
Zeker, ook toen klonk er onder de lokale bevolking hier en daar gemor in de trant van 'Zij alles cadeau en wij...', maar overheersend was het niet.

Na het lenigen van de eerste nood en het inzamelen van gelden begint Mies onder meer met het opzetten van naai- en breiateliers, als zinnige tijdsbesteding voor de Belgische vrouwen waarmee ze ook een eigen inkomen kunnen verwerven.
Dit alles terwijl Mies vaak ingekwartierden onderdak moet bieden en samen met broer Jaap ook de boekhandel draaiend moet zien te houden. De band tussen broer en zus maakt overigens zo'n hechte indruk dat het bijna wel een echtpaar lijkt. In elk geval trouwen beiden niet, althans lange tijd.
Mies overlijdt op 51-jarige leeftijd. Jaap trouwt pas na haar dood en wordt op zijn vijftigste vader van Ada, nu de schrijfster van

Mies

*


Ada.M
Ada van Benthem Jutting


*


– Volgens sommige schattingen was het neutrale Nederland tijdens WOI een vluchthaven voor rond een miljoen vluchtelingen, hetgeen cabaretier Diederik van Vleuten in zijn voorstelling 'Buiten Schot' droog doet opmerken: 'Het kan dus wel...'

– Gaandeweg de oorlog trokken de Duitsers langs de Belgische grens iets op dat in hun taal onnavolgbaar bureaucratisch klinkt, maar dodelijk aanvoelt: de

Grenzhochspannungshindernis.

In het Nederlands samengevat als: 'De Draad'.

– Verrassend, althans voor mij:

1) in 'Mies' te lezen dat er ten tijde van de Vrede van Versailles wel degelijk ook aan overwinnaarszijde her en der al onvrede bestond over de te harde voorwaarden waaronder de Duitse verliezers gebukt moesten gaan. Waardoor, in Ada's commentaar, 'de grondslag voor een tweede oorlog was gelegd'.

2) dat de Belgen bij de vredesbesprekingen annexatie eisten van zowel Zuid-Limburg als Zeeuws-Vlaanderen. Na een instinctieve reactie van verontwaardiging, moet je met een blik op de kaart toegeven: 'Wel zo logisch'.

Tot slot:
.
Wat zou krantenman Bert van Ree gevonden hebben van dit Mies-citaat?

“Tot mijn groot genoegen heeft Jaap de couranten afgeschaft. Je steekt er zooveel tijd in dat er niets overblijft voor je eigenlijke litteratuur”.



*

'Mies' bestellen:

www.boekenbestellen.nl/boek/mies


*


© Joost Overhoff